Overzichtskaart van het 'bewoonde en gecultiveerde gedeelte' van de kolonie Suriname, Extra blad XIII sectie F blad X
Heneman, Johan Christoph van
Titel Leupe: Kaart van het bewoonde en bebouwde gedeelte der Colonie Suriname in groot bestek, met eigentijdse bladwijzer.
Dit is een deelvak van Henemans veelbladige kaart van het 'bewoonde en bebouwde gedeelte' van de kolonie Suriname. Het totaaloverzicht van deze kaart (zie VEL1678) verwijst naar dit blad als nummer X in sectie F. Dit blad geeft de loop van de Saramaccarivier weer, met alle omliggende plantages, zowel reeds ontgonnen als geprojecteerd. Ook is een kanaal, de post Nieuw Groningen, en een 'establissement voor de menschen met Boasie besmedt' getekend. Vergeleken met de vorige kaart van dit gebied (ziee VEL1678.81), ligt de nadruk ligt op de nieuwe geplande kavels die zijn weergegeven zonder eigennaam en aanduiding van de omvang. Wel bevatten ze referentienummers. Het plan bestaat bij de rivier een stad aan te leggen, waarna ten zuidwesten (rechtsboven op de kaart) meer gronden kunnen worden vrijgegeven.
De opdracht voor deze serie werd gegeven in de resolutie van de directeuren van de Sociëteit van Suriname geschreven op 18 april 1787. In totaal bestaat de kaart uit zes hoofdvakken van elk twintig deelvakken. Deze dienden na voltooiing per hoofdvak in zes aparte portefeuilles te worden bewaard, zodat de directeuren elk gewenst onderdeel van de enorme kaart ‘met een opslag van een Oog’ zouden kunnen raadplegen. Heneman heeft voor zijn eerste serie van 91 bladen de hoofdvakken aangeduid met de letters A t/m F en ze bovendien elk van een eigen kleurmarkering voorzien, die terugkomt in de kaartmarges en op de omslagen van de portefeuilles. Deze oorspronkelijke kleuraanduidingen zijn mede bekend uit een inventarislijst van de Directie van de Colonie Suriname uit mei 1796 (Nationaal Archief 2.01.28.01 inv.nr. 187): de portefeuille met de kaartbladen van hoofdvak of sectie A (4 bladen) wordt daarin omschreven als donkergroen, B (14 bladen) is geel, C (13 bladen) is lichtgroen, D (20 bladen) is purper, E (20 bladen) is blauw en F (20 bladen) is oranje. Daarnaast was er een gespikkelde paarse portefeuille met aanvullende kaarten (24 bladen, appendices A t/m Y) en bladen van nieuw uitgegeven landerijen in sectie C (12 bladen, extra serie A t/m M). Niet vermeld in 1796 waren uiteraard de kaarten die Heneman nadien nog maakte van de nieuw uitgegeven cultuurgronden in sectie F en de toegevoegde, westelijk aansluitende sectie G; deze vormen tegenwoordig een extra serie I t/m XIX (19 bladen).
Het noorden is onder.
Neem contact op met Nationaal Archief voor hergebruik en auteursrechten.