Fort

Bangkalan, fort

Indonesia

Tijdens de Eerste Javaanse Successieoorlog ( 1677-1707) tussen sultan (soesoehoenan) Amangkurat III en zijn oom, Pangerang Puger, verwierven de Nederlanders het gezag over de oostelijke helft van het eiland Madura. In 1705 erkenden de Nederlanders Puger, die de naam Pakubuwono I aannam, als heer van oost-Madura. In 1706 tekenden beide partijen een verdrag waarin o.a. werd bepaald dat de compagnie het recht kreeg om een fort te bouwen. In Bangkalan (Bancallan, Balangakallang ) werd tegenover het paleis van de sultan een klein houten fort met twee diagonaal bastions gebouwd.

Tijdens de Chinese

Mataramse oorlog (1740-1743) steunde sultan Chakrangingrat IV de Nederlanders. Na de oorlog eiste hij de twee andere regentschappen op, wat leidde tot een oorlog met de compagnie. Chakraningrat. Chakraningrat werd gevangen genomen en verbannen. Zijn zoon werd in 1747 als Chakranningrat I tot vorst gekroond. Het houten fort werd daarna vervangen door een bakstenen fort van 80 x 82,5 meter met vier half-bastions en een gracht. Op elk bastion stonden drie kanonnen. De muren waren 0,60 m dik en 4, 5 m hoog. Op het binnenterrein stonden vier gebouwen. De 25 soldaten en de Europese luitenant die in het fort waren gelegerd, deden tevens dienst als erewacht van de vorst. In de 19de eeuw werd het fort gerekend tot de vestingwerken 4e klasse (tegen een binnenlandse vijand). Het fort in Bangkalan werd in 1863 van de lijst geschrapt. Wel moest het burgerbestuur het gebouw onderhouden zodat het in noodgevallen opnieuw in gebruik kon worden genomen. Het fort deed in 2008 dienst als onderkomen voor de plaatselijke politie.

Afbeeldingen

Bronnen en literatuur

anoniem/anonymous, Landmonsterrollen (1691-1790)

Abbas, Novida, Dutch forts on Java: a locational study (2001)

Knaap, Gerrit, Grote Atlas van de Verenigde Oost-Indische Compagnie II, Java en Madura = Comprehensive Atlas of the United East India Company, II, Java and Madura (2007)