Fort

Den Briel, fort (Obi)

De onbewoonde Obi-eilanden waren bedekt met kruidnagel

en nootmuskaatbomen. In 1671 wilde de VOC er Nederlandse en inheemse kolonisten vestigen voor de teelt van specerijen, vooral om te voorkomen dat zich er andere Europeanen zouden vestigen. In 1672 onderhandelden de Nederlanders zonder succes met de sultan van Bacian over de bouw van een fort op Obi. Na het uitbreken van de oorlog met Frankrijk en Engeland werd het eiland bezet. Gouverneur-generaal Joan Maetsuyker (1653-1678) liet de sultan weten dat de bezetting een tijdelijke maatregel was om te voorkomen dat de Engelsen zich van het eiland meester zouden maken.

Cornelis Franken, gouverneur van de Molukken van 1672 tot 1674, bouwde in 1674 een klein houten fort op de westkust van Obi. Fort De Bril had een garnizoen van 24 man.

De plannen voor emigratie van inwoners van Ceram naar Obi liepen uit op een grote mislukking, en het eiland werd dan ook nooit een productiecentrum van specerijen voor de VOC. De VOC stelde aan sultan Alawadin II van Bacian voor dat hij de eilanden aan de VOC zou verkopen omdat die geen waarde voor hem hadden. In 1679 verhuurde de sultan het eiland Obi aan de VOC en in 1682 verkocht hij het voor 700 rijksdaalders.

Robert Padbrugge, gouverneur van de Molukken van 1677 tot 1682 beval in 1678 de bouw van het kleine stenen fort Den Briel. Het garnizoen werd teruggebracht tot zeven man. Dit was mogelijk omdat bij de regelmatige hongi-tochten alle kruidnagel

en nootmuskaatbomen op het eiland werden vernietigd. Schepen patrouilleerden het gebied om de smokkel van illegale specerijen te voorkomen.

De posthouders op Obi werden in 1696 teruggeroepen. Drie jaar klaagde de gouverneur van de Molukken over de smokkel. Batavia stelde de handel op de Obi-eilanden onder embargo. In 1700 werd fort Den Briel opnieuw bezet, eerst met zeven maar later met minder mannen al naar gelang de omstandigheden. Na geruchten van Spaanse infiltratie en smokkel in 1733 werden extra mensen naar de buitenposten gestuurd, waaronder Obi. In 1758 vertrok het garnizoen definitief omdat het eiland te ongezond was. De VOC plaatste een stenen paal met haar logo en de letter N (Nederland) in de buurt van het fort, om te laten zien dat het een deel was van hun grondgebied. Het fort raakte in verval.

Bij de inventarisatie in 2007 bleek dat de muren van het fort nog overeind stonden. De site werd bedreigd omdat de nikkel-mijnbouwonderneming die eigenaar is van het terrein een weg naar de mijn ging aanleggen. Op Google Earth 2011 zijn geen overblijfselen van fort den Briel meer te zien.

Afbeeldingen

Bronnen en literatuur

anoniem/anonymous, Landmonsterrollen (1691-1790)

Pusat Dokumentasi Arsitektur, Inventory and identification of forts in Indonesia (2010)

Wall, V.I. van de, De Nederlandsche oudheden in de Molukken (1928)