Post

Kanton/Guangzhou

China

In 1652 stuurde de VOC afgezanten naar Kanton om de mogelijkheden van de handel aldaar te onderzoeken. Het hof te Peking had steeds negatief op de komst van de tot dan toe zo oorlogszuchtige Nederlanders gereageerd, maar de kooplieden te Kanton toonden wel interesse. Gedurende de 17de eeuw voer de compagnie slechts zo nu en dan op Kanton om er zijde en porselein te kopen. De situatie veranderde toen Europa in de 18de eeuw thee ging drinken. De VOC huurde in de 18de eeuw permanent een pand naast dat van de Engelsen. Europeanen waren verplicht zaken te doen met de in zogeheten Hong's verenigde kooplieden, die van de Chinese overheid het alleenrecht op de handel met vreemdelingen hadden gekregen. Ondanks dit monopolie van de machtige Hong's en de hoge heffingen op de handel, gaven de winsten die er in de theehandel werden gemaakt de Europeanen alle reden om in Kanton te blijven. Thee en porselein waren de belangrijkste produkten die door de VOC in Kanton werden ingekocht. De compagnie heeft lange tijd rechtstreeks vanuit de Nederlanden op Kanton gevaren. Door Batavia, waar de thee vaak langdurig lag opgeslagen, over te slaan, was men in staat Europa verse thee te leveren. Door de theehandel aan Batavia over te laten kon in China worden betaald met specerijen in plaats van met zilver of laken stoffen uit de Republiek. De Europese kooplieden leefden geïsoleerd in hun pakhuizen en kantoren aan de kade buiten de stadsmuren en mochten Kanton zelf nooit in. Via de Hong-kooplieden oefende de Chinese overheid strenge controle uit over de handel en het gedrag van de vreemdelingen. Alle transacties vonden plaats via een koopman die tevens was aangewezen om namens de overheid heffingen te innen en toe te zien op de naleving van de regels. Met de Chinese autoriteiten zelf kwamen de Europeanen nauwelijks in aanraking.

Afbeeldingen