Post

Mahebourg

Mauritius

Het eiland Mauritius werd vanaf het einde van de 16e eeuw door Nederlandse schepen gebruikt als verversingsplaats. Pas in 1637 besloten de Heren XVII het eiland in bezit te nemen. Er werd een fort gesticht dat een bezetting had van 50 tot 80 man VOC personeel. De overige inwoners waren slaven, bannelingen en gestraften. In 1657 besloot de Hooge Regeering in Batavia het eiland te ontruimen en de bewoners over te brengen naar Kaap de Goede Hoop. Bang als de compagnie was voor de Franse concurrentie besloot zij in 1664 om er opnieuw een steunpunt te vestigen. In 1710 werd het eiland definitief verlaten. Mauritius was zeer geschikt als verversingsstation omdat het bijzonder vruchtbaar was. Bovendien was het eiland rijk aan vogels, waaronder de walgvogel of dodo, schildpadden en zeekoeien waar op grote schaal op gejaagd werd. Ook werden er varkens, herten en geiten op het eiland achtergelaten om als levende have te dienen. Het eiland was vooral belangrijk voor de levering van ebbenhout dat in grote hoeveelheden in het binnenland gekapt werd. De plantages die gesticht werden produceerden suikerriet, rijst, groenten en fruit.

Afbeeldingen