Post

Nieuw-Amsterdam, Berbice (I)

Guyana

In 1627 vestigden de Nederlanders zich bij de monding van de rivier Berbice, maar tot het einde van de 17de eeuw betekende deze kolonie, tegenwoordig Brits-Guyana, niet veel voor de WIC. Stroomopwaarts aan de rivier werden verschillende posten gesticht. Een eerste houten fortje, op een locatie aan de Wironje kreek, werd door de kolonisten gebouwd om zich tegen aanvallen van de oorspronkelijke bevolking te beschermen. Later zou deze post worden verlaten om iets stroomafwaarts een nieuw fort te bouwen, dat Fort Nassau zou gaan heten. De posten lagen in de omgeving van de plantages van de Nederlandse kolonie; meestal suikerplantages, hoewel er ook wel koffie of katoen werd geteeld. Enige plantages waren bestemd voor de verbouw van cassave, het basisingrediënt van de dagelijkse voeding van de inheemse bevolking en later ook van de kolonisten. Rond het fort ontstond langzamerhand een nederzetting van 25 à 30 huizen. In de loop der tijd raakte de plaats bekend met de naam Nieuw-Amsterdam. De plaats is te omschrijven als een plantagekolonie. Ambachtslieden en de koloniebevolking die niet in het fort konden wonen, bouwden hun eigen huizen buiten de muren. In het fort bevond zich de zetel van het Nederlandse bestuur in Berbice; het hart van deze kolonie. Het fort was versterkt door een palissade en voorzien van enig geschut. Binnen in het fort bevond zich een groot gebouw, ingericht als pakhuis en als logement voor de soldaten. De officieren bewoonden de bovenverdieping van dit gebouw. Tijdens een slavenopstand in 1763 werd deze post, zoals vele anderen aan de rivier Berbice, langzamerhand verlaten en men zocht daarna bescherming op de post St. Andries, aan de oostelijke oever van de monding van de rivier Berbice. Nadat de opstand onderdrukt werd, probeerde men een nieuw hoofdkwartier op te richten bij het verwoeste fort Nassau, waar later nog een eenvoudige versterking werd gebouwd, en werden hier uitgebreide ontwerpen voor gemaakt. Na de bezetting van eerst de Engelsen en later door de Fransen (tussen 1780 en 1784) werden deze plannen echter losgelaten: er werd voor gekozen een nieuwe hoofdstad te bouwen aan de monding van de Berbice, bij de samenvloeiing met de Canjerivier. Deze stad zou dezelfde naam krijgen als de oude gouvernementszetel: Nieuw Amsterdam.

Afbeeldingen