Post

Sao Luís

Brazilië

Na de verovering van Loanda en het eiland São Tomé in Afrika, besloot Johan Maurits van Nassau, gouverneur van Nederlands-Brazilië, het Portugese eiland Maranhao in het noorden van Brazilië aan te vallen. Volgens Barlaeus, die tussen 1654 en 1664 Nederlands-Brazilië beschreef, waren er toen de Nederlanders voet aan wal zetten slechts zes bruikbare engenhos en drie indianendorpen. Engenho is de Portugese naam voor de molens waar suikerriet (cana de acucar) tot suiker werd verwerkt. Op het eiland lag ook een fort, genaamd São Luis do Maranhao. Honderden slaven die uit Afrika waren gehaald, werkten dag en nacht op deze suikermolens. Het suikerriet werd massaal op de grote plantages in Zuid-Amerika en op de Antillen verbouwd. Het eiland Maranhao bleef drie jaar lang onder Nederlands bestuur, in 1644 werd het opnieuw veroverd door de Portugezen. Maranhao was het laatste gewest in Brazilië dat onder Nederlands gezag raakte. Tussen 1641 en 1644 bereikte het Nederlands Braziliaanse territorium zijn maximale omvang: het strekte zich uit van Maranhao in het noorden tot Sergipe del Rey in het zuiden.

Afbeeldingen