Post

St. Lucia

Het is onduidelijk wanneer de eerste Europeanen in Saint Lucia aankwamen. Mogelijk zette Columbus in 1492 al voet aan wal, maar dat kan ook omstreeks 1500 geweest zijn. Het verhaal over de oorsprong van de naam Saint Lucia gaat terug op Franse schipbreukelingen die op 13 december 1502 op Saint Lucia zouden zijn gestrand. Deze Franse zeelui zouden het eiland Sainte Alousie genoemd hebben, naar de heilige Lucia van Syracuse, omdat 13 december de naamdag van deze heilige is. De waarheid van dit verhaal wordt in twijfel getrokken, maar wel staat vast dat op Spaanse documenten uit 1511 het eiland wordt geclaimd voor de Spaanse Kroon onder de naam Sancta Lucia. De Franse piraat François Le Clerc, die vanwege zijn houten been bekendstond onder de naam Jambe de Bois (Houtenbeen), bezocht Saint Lucia herhaaldelijk in de jaren 1550. Zowel de Nederlanders, de Engelsen, als de Fransen probeerden in de 17e eeuw een handelspost op te zetten op Saint Lucia, maar ze stuitten allemaal op hevig verzet van de Cariben. Rond 1600 werd door de Nederlanders het eerste Europese kamp gebouwd in wat nu Vieux Fort heet. In 1605 raakte het Engelse schip Olive Branch door de wind uit koers op zijn weg naar Guyana. De 67 opvarenden begonnen een nederzetting op Saint Lucia, maar na vijf weken waren er, door ziekte en conflicten met de Cariben, nog maar 19 van hen in leven en ontvluchtten ze het eiland. In 1635 claimden de Fransen het eiland, maar het waren de Engelsen die in 1639 weer probeerden een nederzetting te bouwen op Saint Lucia. Ook ditmaal werden de Engelsen echter weer snel verdreven door de Cariben.

In 1643 slaagde de gouverneur van Martinique, Jacques Dyel du Parquet, er als eerste Europeaan in om een permanente nederzetting te bouwen op Saint Lucia. De eerste gouverneur werd De Rousselan. Hij trouwde met een Caribische vrouw en bleef tot aan zijn dood in 1654 op het eiland wonen. In 1660 werd er een verdrag met de Cariben gesloten. In 1664 claimde Thomas Warner (de zoon van de gelijknamige gouverneur van Saint Kitts) Saint Lucia voor Engeland. Hij bracht 1000 man naar het eiland om het te verdedigen tegen de Fransen, maar van hen waren er, voornamelijk door toedoen van ziektes, na twee jaar nog slechts 89 in leven. In 1666 kwamen de Fransen terug en herwonnen ze de controle over het eiland. Sindsdien is het eiland diverse malen van de Fransen op de Engelsen en vice versa overgegaan naar aanleiding van verschillende verdragen en veroveringen, maar de Franse nederzetting bleef bestaan en halverwege de 18e eeuw was het eiland de facto een Franse kolonie.

Zowel de Fransen als de Engelsen vonden Saint Lucia aantrekkelijk voor de suikerindustrie. Deze werd in 1765 door de Fransen opgezet, nadat ze in 1763 Saint Lucia hadden verkregen bij de Vrede van Parijs (de Britten hadden het eiland in 1762 nog op de Fransen veroverd). Tijdens de Slag bij Morne de la Vierge op 18 december 1778, die volgde op de Slag bij Saint Lucia, werd het eiland weer door de Britten bezet. Bij de Vrede van Parijs van 1783 kwam Saint Lucia echter alweer toe aan Frankrijk. Na de Franse Revolutie werd er een revolutionair tribunaal naar Saint Lucia gestuurd onder aanvoering van kapitein La Crosse, met als opdracht om met de guillotine diverse royalisten te executeren. In 1794 verklaarde de gouverneur alle slaven op het eiland vrij. Een korte tijd later vielen de Britten Saint Lucia binnen als reactie op de zorgen van rijke plantagehouders over de beslissing de slaven vrij te verklaren. Na jarenlange gevechten, waarbij in 1796 Castries voor een groot deel afbrandde, werd de slavernij hersteld. De Britten wonnen in 1803 en verkregen Saint Lucia in 1814 definitief. In 1807 schaften de Britten de slavenhandel af, maar de slavernij zelf werd pas in 1834 afgeschaft.

Afbeeldingen