Post

Ayutthaya

Thailand

Ayutthaya, ten tijde van de VOC ook wel Judea geheten, was de hoofdstad van het koninkrijk Siam, het huidige Thailand. Siam was van grote betekenis voor de VOC. In 1608 opende zij er dan ook een kantoor dat zich vooral concentreerde op de handel in sappanhout, dat gebruikt werd als verfhout, tin en dierenhuiden. De huiden werden door de VOC vooral afgezet in Japan.In 1609 zond de koning van Siam een gezantschap naar de Republiek om tot betere betrekkingen met de VOC te komen. Hoewel dit vroege bezoek aanvankelijk weinig enthousiasme van Hollandse zijde wekte, werd de band tussen de compagnie en Siam in de loop der tijd sterker. In het midden van de 17de eeuw had de VOC in Ayutthaya zelfs een scheepswerf waar een Nederlandse scheepstimmerman met behulp van Siamese arbeiders schepen bouwde naar Europees model.In 1650 bezette de VOC met haar schepen de Menam, de rivier waaraan Ayutthaya gelegen is. Zo wist zij de koning van Siam tot een accoord te dwingen. Hierin werd onder meer bepaald dat er geen Chinezen meer binnen Siamees grondgebied mochten worden toegelaten. Bovendien moest de koning de vrije uitvoer van alle dierenhuiden garanderen.In Ayutthaya zetelde vanaf 1630 een opperhoofd dat de leiding had over de handel in Siam. Het kantoor is verscheidene malen opgeheven en hersteld. In 1762 werd het kantoor definitief opgeheven.

Afbeeldingen